Instructiehandleiding voor enkelvoudig wandgemonteerd gasalarm
● Sensor: katalytische verbranding
● Reageertijd: ≤40s (conventioneel type)
● Werkpatroon: continu bedrijf, hoog en laag alarmpunt (in te stellen)
● Analoge interface: 4-20mA signaaluitgang [optie]
● Digitale interface: RS485-bus interface [optie]
● Weergavemodus: Grafisch LCD
● Alarmerende modus: hoorbaar alarm -- boven 90dB;Lichtalarm -- Stroboscopen met hoge intensiteit
● Uitgangsregeling: relaisuitgang met tweeweg alarmerende besturing
● Extra functie: tijdweergave (kalenderweergave)
● Opslag: 3000 alarmrecords
● Werkende voeding: AC95~265V, 50/60Hz
● Stroomverbruik: <10W
● Water- en schemerbestendig: IP65
● Temperatuurbereik: -20℃ ~ 50℃
● Vochtigheidsbereik: 10 ~ 90%(RH) Geen condensatie
● Installatiemodus: installatie aan de muur
● Overzichtsdimensie: 335 mm × 203 mm × 94 mm
● Gewicht: 3800 g
Tabel 1: Technische parameters van gasdetectie
Gas | Technische parameters | ||||
Alarmpunt I | Alarmpunt II | Meetbereik: | Oplossing | Eenheid | |
F-01 | F-02 | F-03 | F-04 | F-05 | |
EX | 25 | 50 | 100 | 1 | %LEL |
O2 | 18 | 23 | 30 | 0.1 | %VOL |
CO | 50 | 150 | 2000 | 1 | ppm |
1000 | 1 | ppm | |||
H2S | 10 | 20 | 200 | 1 | ppm |
H2 | 35 | 70 | 1000 | 1 | ppm |
SO2 | 5 | 10 | 100 | 1 | ppm |
NH3 | 35 | 70 | 200 | 1 | ppm |
NO | 10 | 20 | 250 | 1 | ppm |
NO2 | 5 | 10 | 20 | 1 | ppm |
CL2 | 2 | 4 | 20 | 1 | ppm |
O3 | 2 | 4 | 50 | 1 | ppm |
PH3 | 5 | 10 | 100/1000 | 1 | PPM |
1 | 2 | 20 | 1 | ppm | |
ETO | 10 | 20 | 100 | 1 | ppm |
HCHO | 5 | 10 | 100 | 1 | ppm |
VOC | 10 | 20 | 100 | 1 | ppm |
C6H6 | 5 | 10 | 100 | 1 | ppm |
CO2 | 2000 | 5000 | 50000 | 1 | ppm |
0.2 | 0,5 | 5 | 0,01 | VOL | |
HCL | 10 | 20 | 100 | 1 | ppm |
HF | 5 | 10 | 50 | 1 | ppm |
N2 | 82 | 90 | 70-100 | 0.1 | %VOL |
ALA1 Laag alarm
ALA2 Hoog alarm
Vorige Vorige
Para-parameterinstellingen instellen
Com Communicatie-instellingen instellen
Num Nummer
Kalibratie
Adres adres
Ver versie
Min minuten
1. Op de muur gemonteerde detectiealarm:
2. 4-20mA uitgangsmodule (optie)
3. RS485-uitgang (optie)
4. Certificaat één:
5. Handmatige:
6. Component één installeren
6.1 apparaat installeren
De installatiedimensie van het apparaat wordt weergegeven in afbeelding 1.Pons eerst op de juiste hoogte van de muur, installeer de spreidbout en bevestig deze vervolgens.
Afbeelding 1: installatiemaat
6.2 Uitgangsdraad van relais
Wanneer de gasconcentratie de alarmerende drempel overschrijdt, wordt het relais in het apparaat in-/uitgeschakeld en kunnen gebruikers een koppelingsapparaat zoals een ventilator aansluiten.Het referentiebeeld wordt getoond in figuur 2.
Droog contact wordt gebruikt in de binnenbatterij en het apparaat moet aan de buitenkant worden aangesloten, let op het veilige gebruik van elektriciteit en pas op voor elektrische schokken.
Afbeelding 2: bedradingsreferentiebeeld van relais
Biedt twee relaisuitgangen, een is normaal open en een andere is normaal gesloten.Figuur 2 is een schematisch aanzicht van de normaal open.
6.3 4-20mA uitgangsbedrading [optie]
Wandgemonteerde gasdetector en schakelkast (of DCS) worden aangesloten via 4-20mA Stroomsignaal.De interface getoond in figuur 4:
Figuur 3: Luchtvaartstekker
De 4-20mA-bedrading die overeenkomt met weergegeven in Tabel 2:
Tabel 2: 4-20mA bedrading overeenkomstige tabel
Nummer | Functie |
1 | 4-20mA signaaluitgang |
2 | GND |
3 | Geen |
4 | Geen |
Het aansluitschema van 4-20 mA weergegeven in afbeelding 4:
Afbeelding 4: 4-20mA aansluitschema
Het stroompad van aansluitsnoeren is als volgt:
1. Trek de luchtvaartplug van de schaal, draai de schroef los en haal de binnenkern eruit met de markering "1, 2, 3, 4".
2. Steek de 2-aderige afschermingskabel door de buitenhuid, dan volgens Tabel 2 terminaldefinitie lasdraad en geleidende terminals.
3. Installeer de componenten op de oorspronkelijke plaats, draai alle schroeven vast.
4. Steek de stekker in het stopcontact en draai deze vervolgens vast.
Merk op:
Wat betreft de verwerkingsmethode van de afschermlaag van de kabel, voer een enkele eindverbinding uit, sluit de afschermlaag van het controlleruiteinde aan op de schaal om interferentie te voorkomen.
6.4 RS485-aansluitkabels [optie]
Het instrument kan een controller of DCS aansluiten via de RS485-bus.Aansluitmethode vergelijkbaar 4-20mA, raadpleeg het bedradingsschema van 4-20mA.
Het instrument heeft 6 knoppen, een liquid crystal display, een alarmapparaat (alarmlamp, een zoemer) kan worden gekalibreerd, de alarmparameters instellen en het alarmrecord lezen.Het instrument heeft een geheugenfunctie en kan het status- en tijdalarm tijdig registreren.De specifieke werking en functionaliteit worden hieronder weergegeven.
7.1 Apparatuurbeschrijving
Wanneer het apparaat is ingeschakeld, gaat het naar de display-interface.Het proces is weergegeven in figuur 5.
Figuur 5:Opstartweergave-interface
De functie van apparaatinitialisatie is dat wanneer de parameter van het apparaat stabiel is, het de sensor van het instrument zal voorverwarmen.X% is momenteel looptijd, de looptijd is afhankelijk van het type sensoren.
Zoals te zien is in figuur 6:
Afbeelding 6: Display-interface
De eerste regel toont de detectienaam, de concentratiewaarden worden in het midden weergegeven, de eenheid wordt rechts weergegeven, jaar, datum en tijd worden cirkelvormig weergegeven.
Wanneer alarmerend optreedt,wordt weergegeven in de rechterbovenhoek, de zoemer zoemt, het alarm fonkelt en het relais reageert volgens de instellingen;Als u op de mute-knop drukt, wordt het pictogram, de zoemer zal stil zijn, er wordt geen alarmpictogram weergegeven.
Elk half uur slaat hij de huidige concentratiewaarden op.Wanneer de alarmstatus verandert, wordt dit vastgelegd.Het verandert bijvoorbeeld van normaal naar niveau één, van niveau één naar niveau twee of niveau twee naar normaal.Als het alarmerend blijft, zal er geen opname plaatsvinden.
7.2 Functie van knoppen
Knopfuncties worden weergegeven in Tabel 3.
Tabel 3: Functie van knoppen
Knop | Functie |
Geef de interface tijdig weer en druk op de knop in het menu Ga naar het kindermenu Bepaal de ingestelde waarde | |
Stom Terug naar het vorige menu | |
KeuzemenuWijzig de parameters | |
Keuzemenu Wijzig de parameters | |
Selecteer de kolom met instellingswaarde Verlaag de instellingswaarde: Wijzig de instellingswaarde. | |
Selecteer de kolom met instellingswaarde Wijzig de instellingswaarde. Verhoog de instellingswaarde |
7.3 Controleer parameters
Als het nodig is om de gasparameters en registratiegegevens te zien, kunt u een van de vier pijlknoppen gebruiken om de parametercontrole-interface op de concentratieweergave-interface te openen.
Druk bijvoorbeeld opom de interface hieronder te zien.Zoals te zien is in figuur 7:
Afbeelding 7: Gasparameters
Afbeelding 8: geheugenstatus
Save Num: Het totale aantal records voor de opslag.
Vouwnummer: wanneer het geschreven record vol is, begint het vanaf de eerste omslagopslag en wordt het aantal dekkingen opgeteld met 1.
Nu Num: De index van Huidige opslag
druk opofnaar de volgende pagina, alarmerende gegevens staan in Afbeelding 9
Figuur 9:opstartrecord
Weergave van de laatste records.
Afbeelding 10:alarmrecord
druk opofnaar de volgende pagina, druk opterug naar de detectieweergave-interface.
Opmerkingen: bij het controleren van parameters en 15 seconden lang geen toetsen indrukken, keert het instrument automatisch terug naar de detectie- en weergave-interface.
7.4 Menubediening
Druk in de real-time concentratieweergave-interface opom het menu te openen.De menu-interface wordt getoond in Afbeelding 11, druk op or om een functie-interface te kiezen, druk opom deze functie-interface te openen.
Afbeelding 11: Hoofdmenu
Functiebeschrijving:
Set Para: Tijdinstellingen, alarmwaarde-instellingen, apparaatkalibratie en schakelmodus.
Com Set: instellingen voor communicatieparameters.
Over: de versie van het apparaat.
Terug: Terug naar de gasdetectie-interface.
Het getal rechtsboven is de afteltijd, als er 15 seconden later geen toetsbediening is, wordt het menu verlaten.
Afbeelding 12:Menu systeeminstellingen
Functiebeschrijving:
Tijd instellen: tijdinstellingen, inclusief jaar, maand, dag, uren en minuten
Alarm instellen: Alarmwaarde instellen
Device Cal: Apparaatkalibratie, inclusief nulpuntcorrectie, correctie van kalibratiegas
Relais instellen: Relaisuitgang instellen
7.4.1 Tijd instellen
Selecteer "Tijd instellen", druk opbinnenkomen.Zoals figuur 13 laat zien:
Afbeelding 13: Menu Tijdinstelling
Icoonverwijst naar de momenteel geselecteerde om de tijd aan te passen, druk op or gegevens te wijzigen.Druk na het selecteren van gegevens oporom te kiezen om andere tijdfuncties te regelen.
Functiebeschrijving:
● Jaarinstelbereik 18 ~ 28
● Maand ingesteld bereik 1~12
● Daginstelbereik 1~31
● Uur ingesteld bereik 00~23
● Instelbereik minuten 00 ~ 59.
druk opom de instellingsgegevens te bepalen, drukt u opom te annuleren, terug naar het vorige niveau.
7.4.2 Alarm instellen
Selecteer "Stel alarm in", druk opbinnenkomen.De volgende apparaten voor brandbaar gas zijn een voorbeeld.Zoals weergegeven in figuur 14:
Afbeelding 14: Calarmwaarde voor ontvlambaar gas
Kies Lage alarmwaarde is ingesteld en druk vervolgens opom het menu Instellingen te openen.
Afbeelding 15:Stel de alarmwaarde in:
Zoals weergegeven in afbeelding 15, drukt u oporom van databit te wisselen, druk oporom gegevens te vergroten of te verkleinen.
Druk na het voltooien van de set op, bevestig de numerieke interface in de alarmwaarde, druk opom te bevestigen, na het succes van de instellingen onder 'succes', terwijl tip 'mislukt', zoals weergegeven in figuur 16.
Afbeelding 16:Instellingen succes interface
Let op: stel de alarmwaarde moet kleiner zijn dan de fabriekswaarden (zuurstof ondergrens alarmwaarde moet groter zijn dan de fabrieksinstelling);anders wordt het een mislukking.
Nadat het instellen van het niveau is voltooid, keert het terug naar de interface voor het selecteren van het type alarmwaardeset zoals weergegeven in afbeelding 14, de secundaire alarmbedieningsmethode is hetzelfde als hierboven.
7.4.3 Kalibratie van apparatuur
Opmerking: ingeschakeld, initialiseer de achterkant van nulkalibratie, kalibratiegas, correctie moet worden gecorrigeerd wanneer de luchtkalibratie opnieuw wordt uitgevoerd.
Parameterinstellingen -> kalibratieapparatuur, voer het wachtwoord in: 111111
Afbeelding 17: Menu wachtwoord invoeren
Corrigeer het wachtwoord in de kalibratie-interface.
Afbeelding 18: Kalibratieoptie
● Nulkalibratie
Ga naar het standaardgas (geen zuurstof), kies de functie 'Zero Cal' en druk vervolgens opin de nulkalibratie-interface.Na het bepalen van het huidige gas na 0 %LEL, druk opom te bevestigen, onder het midden verschijnt 'Good' vice-display 'Fail'. Zoals weergegeven in afbeelding 19.
Afbeelding 19: Selecteer nul
Druk na voltooiing van de nulkalibratie opterug naar de kalibratie-interface.Op dit moment kan gaskalibratie worden gekozen, of terugkeren naar de interface van testgas niveau voor niveau, of in een countdown-interface, wanneer een knop niet wordt ingedrukt en de tijd wordt teruggebracht tot 0, wordt het menu automatisch afgesloten om terug te keren naar het gas detectie-interface.
● Gaskalibratie
Als gaskalibratie nodig is, moet deze werken onder de omgeving van een standaardgas.
Ga naar het standaardgas, kies 'Full Cal'-functie, druk opom de interface voor instellingen voor gasdichtheid te openen, via: or or stel de dichtheid van het gas in, ervan uitgaande dat de kalibratie methaangas is, de gasdichtheid is 60, stel op dit moment in op '0060'.Zoals weergegeven in figuur 20.
Afbeelding 20: Bevestigingsinterface
Druk na het instellen van de standaard gasdichtheid op, in de kalibratiegasinterface, zoals weergegeven in afbeelding 21:
Afbeelding 21: Gals kalibratie
Toon de huidige detectiegasconcentratiewaarden, pijp in standaardgas.Druk op . als het aftellen bij 10 staathandmatig te kalibreren.Of na 10 seconden wordt het gas automatisch gekalibreerd.Na een succesvolle interface wordt 'Good' weergegeven en vice versa 'Fail'.
● Relaisset:
Relaisuitgangsmodus, type kan worden geselecteerd voor altijd of puls, net zoals weergegeven in afbeelding 22:
Altijd: als er een alarm optreedt, blijft het relais in werking treden.
Puls: wanneer er een alarm optreedt, wordt het relais geactiveerd en na de pulstijd wordt het relais uitgeschakeld.
Stel in volgens de aangesloten apparatuur.
Afbeelding 22: Selectie van schakelmodus
Opmerking: de standaardinstelling is Altijd modus uitgang
7.4.4 Communicatie-instellingen:
Stel relevante parameters in over RS485
Afbeelding 23: Communicatie-instellingen
Addr: adres van slave-apparaten, bereik: 1-255
Type: alleen lezen, Custom (niet-standaard) en Modbus RTU, de overeenkomst kan niet worden ingesteld.
Als RS485 niet is uitgerust, werkt deze instelling niet.
7.4.5 Over
Versie-informatie van het weergaveapparaat wordt getoond in Afbeelding 24
Afbeelding 24: Versie-informatie
De garantieperiode van het door mijn bedrijf geproduceerde gasdetectie-instrument is 12 maanden en de garantieperiode is geldig vanaf de datum van levering.Gebruikers dienen de instructies op te volgen.Door oneigenlijk gebruik of slechte werkomstandigheden valt de veroorzaakte schade aan het instrument niet onder de garantie.
1. Lees de instructies aandachtig door voordat u het instrument gebruikt.
2. Het gebruik van het instrument moet in overeenstemming zijn met de regels die zijn gesteld in de handmatige bediening.
3. Het instrumentonderhoud en de vervanging van delen zouden door ons bedrijf of rond de kuil moeten worden verwerkt.
4. Als de gebruiker niet in overeenstemming is met de bovenstaande instructies om reparatie- of vervangingsonderdelen op te starten, is de exploitant verantwoordelijk voor de betrouwbaarheid van het instrument.
5. Het gebruik van het instrument moet ook voldoen aan de relevante binnenlandse afdelingen en wetten en regels voor het beheer van fabrieksapparatuur.